صور الصفحة
PDF
النشر الإلكتروني

1779 diteur zal moeten affifteeren, en zo daar verfchil is, zal hy de dingtaalen tot myn Krygeraad, met kennis der Partyen overzenden, en zal het appel, dat men tot dezelve Regtbank doet, moeten toeftemmen, zo well in zaaken van dezen aart, waar van in'teerst de Vergadering kennis neeme, of wel dat Partyen daar toe, naar dat door den Minifter van't Land daar over vonnis geveld is, zy daar van appelleerden. Zullen daar van den Vrybuiters en de prys gemaakte Perfoonen hunne toevlugt tot de Vergadering van het ge bied en daar van daan tot de Krygeraad, of wel tot deze Regtbanken direct, van't vonnis der Provincie kunnen neemen, volgens het geen hun best conve nieeren zal, maar van de Vonniffen die zonder eenig appel volbragt worden, zal den' Minifter naauwkeurig notitie aan de Vergadering, door middel van den Intendant moeten geven, zendende alle dingtaalen, waar op hy die gegrond heeft, op dat alles in de Rekenkamer van't Gebied geregistreerd worde.

1

ART. V.

De Schepen tot de Vrybuiterye uitgeruft, zullen de Koopvaardy - Schepen van yder Natie kunnen vi fiteeren, haar dwingende om hunne Patenten Pasporten. Papieren dies aangaande, en bevragting van het Schip, Cannollementen der Lading, Journaalen en Lyften der Equipagien en Palagiers te vertoonen, om door dat middel verzekerd te weezen, dat zy van't nodige voorzien zyn, en als dan hun de vrye Navi gatie niet te beletten..

ART. VI.

[ocr errors]

Dit onderzoek zal men zonder eenig kragt en geweld te gebruiken, of eenig nadeel of Confiderabel rechtstel aan de Schepen te veroorzaaken, in't werk stellen, gaande by hun aan boord om die te examinee. ren, of doende den Patroon of Capitein met den voornoemde Papieren overkoomen. En zo ymand wederftand biede, om zich aan dit Regulier Examen te onderwerpen, zal men hem daar toe door kragt mogen dwingen; en in geval hy tegenstand bood, zal men die Schepen neemen en voor goede prys declareeren, zo zy zich niet justificeeren, dat den Vrybuiter hem tot die refolutie reeden gegeven heeft.

ART.

ART. VII.

De Capiteinen der uitgerufte Vrybuiters Schepen, 1779

zullen aanspraakelyk zyn voor alle nadeel die zy veroorzaaken, door op ongegronde reden op te houden de Schepen, die aan myne Onderdaanen of Geallieerde Natien en Neutraalen toe komen.

[blocks in formation]

De Schepen, di men onder het vaaren ontmoet, zonder wettige Patenten van de Vorften, Republiquen of Staaten, die de magt hebben om die te expedieeren, zullen aangehouden worden, als mede die onder een ander Vlag, dan die van den Vorft of Staat, van den welken hy zyn Patent heeft, ftryden. En, die dezelve van verscheiden Vorsten of Staaten hebben, zullen voor goeden Prys gedeclareerd worden, en in gevalle dat zy ten Oorlog uitgeruft zyn, zullen hunne Opper Officieren en mindere Officieren voor Zeeroovers gehouden worden.

ART. IX.

De Schepen der Zeerovers en die der Afloopers, met alle de Goederen, toebehoorende aan dezelve Zeeroovers en Afloopers, die by hun aan boord gevonden worden, zullen voor goeden prys gehouden zyn, maar de zulke die men bewyzen kan te behooren aan Perfoonen, die direct of indirect tot de Zeeroovery geen deel hebben, nog Vyanden van den zyn, aan de zulken zullen die Goederen wegegeven worden, zo zy die binnen dag en jaar, na dat de prys gedeclareerd is, wederom vorderen, onder afkorting van een derde deel der waarde, tot gratificatie der Vrybuiters.

Kroon

derom

ART. X.

Dewyl het aan geen myner Onderdaanen in tyden van Oorlog geoorlooft is eenig Schip uit te ruften, zonder van my daar toe uitdrukkelyk permiffie te ebben, nog ook ten dien einde eenig Patent of Commiffie van een ander Vorft of Staat, alhoewel die geallieerd is met my, zo zal een iegelyk, die bevonden zal worden met diergelyke Patenten of zonder eenige derzelve in Zee te kruizen, als dan voor goede prys gehouden worden, en zyn Capitein of Patroon als een Zeeroover geftraft worden.

ART.

1779

1

ART. XI.

Alle Schepen of Vaartuigen, welke, het zy ten Oorlog uitgeruft of Koopvaardy - Schepen, die met een Vlag of Patent der Turken, Algereinen of van andere vyandelyke Vorften of Staaten vaaren, zullen goede prys zyn, benevens alle Goederen die zy aan boord hebben, alhoewel die aan myne Onderdaanen bekoorden, indien die ingefcheept zyn na het verzenden van het befluit van den 21. Juny van dit Jaar, belettende alle gemeenschap met de Brittannische Koning, en indien men bewyzen kan, dat het gepaffeerd. na dat genoegzaame tyd was om daar van kennis gehad te hebben.

ART. XII.

Alle Schepen van vyandelyke tuiging, of aan Vyanden toebehoord hebbende, zullen aangehouden worden, zo den Capitein of Patroon door Autentique Acte niet aantoonen kan, aan wien de eigendom van hetzelve behoore. Ook zal men aanhouden de Schepen, war van de Reeder of Capitein van een vyandelyke Natie zy, wanneer die naar eene Haven van myne Domeinen gevoerd worden, op dat men onderzoeke of men die voor goede prys of niet moet houden, ingevolge der orders, die ik ten dien einde zaal hebben geëxpedieerd.

ART. XIII.

Alzo zal men ook alle Vaartuigen aanhouden, welke met voordacht aan boord hebben vyandelyke Oorlogs - Officieren, Capitein's, Super-Carga's, Adminiftrateurs of Koopman van een vyandelyke Natie, of dat daar uit meer dan een derde part des Scheepsvolk bestaat, op dat in de Haven, waar het Schip gevoerd zal worden men de reedenen examineeren, die hem verpflicht hebben, zich van zulk Volk te bedienen, en volgens die en de gegeevene orders men befluite, wat daar mede te doen ftaat.

ART. XIV.

De Vaartuigen, waar men aan boord bevinden zal Goederen, Koopmanfchappen en Effecten, de Vyanden toebehoorende, zullen op dezelve wyze naar de Haven myner Domeinen gevoerd worden, en aange

houden

hotden blyven, tot dat zy doen blyken, die Vryheid' 1779

niet te ontkennen, maar dat die zelfde door de Vyanden, van dewelke de Goederen zyn, geobserveerd word, betragtende de behandeling, die de Engelfehen gehad of nog hebben, dewelke van onze kant een reciproque behandeling vereischt.

ART. XV."

Alle de Goederen van Contrabanden, die men ten Dienfte van de Vyanden overvoerd, zullen voor. goede prys, in welke Vaartuigen men die ook vind, gehouden worden, zynde begreepen onder Goederen van Contrabanden, Mortieren, Kanonnen, Snaphaanen, Piftolen en ander Schietgeweer, Degens, Sabels, Pieken en andere Offenfive of Defentive Wapenen, Buskruit, Kogels, Granaaten, Bomben en alle foorten van Oorlogs-Ammunitie, Timmerhout en Maftenhoud, Wand, Zyldoek, Hennip, Teer, en alle foort van Lym,' Spykers, Loot, Talk, en andere Gereedschappen, bekwaam tot de Scheepsbouw, Calefatering en uitrufing der Vaartuigen, Krygstroeppen, Scheepsvolk, Paarden, Harnallen en Monteering tot de Militie, en byzonderlyk alles wat tot Oorlog ter Land of ter Zee dienen kan.

ART. XVI.

Men zal naauwkeurig examineeren alle Cherterpartyen of Contracten van bevragting der Vaartuigen die men vifiteeren zal, als mede de Connoffementen en Polife der Laading, en zo deze verdacht zyn, zal men het Vaartuig aanhonden, wel verftaande, dat de Acte die niet ondertekent zyn, voor nul en van geener waarde zullen gehouden worden, en men zali goede prys verklaaren den geene, die deeze nodige Actens ontbreeken zal, ten zy dat het met de waarheid beweezen word, dezelve door een onvermydelyk toeval verlooren te hebben.

ΤΟΟΥ

ART. XVII.

Ik verbiede de Capiteinen en verdere Leden van de Vrybuiters Schepen, te verbergen, te fcheuren, oft op een andere wys de Actens in de voorschr. Articuls vermeld, hoe het ook zy zoek te maken, of Lyf traffe voor de Capiteinen na de zaak vereischt, onder verplichting van de fchaaden vergoeden en tien

Jaaren

1779 Jaaren Ballingschap of Tuchthuis voor het overige

van't Scheepsvolk.

ART. XVIII.

De Vaartuigen die ter goeder trouw hunne Patenten en Connoffementen der Lading en Bevragting vertoonen, zal men vry laaten vaaren, al fchoon die naar de Haven der Vyanden, die niet geblocqueerd zyn, of van dezen naar eenige andere Haven, zeilen, mits in dezelve niets verdagt gevonden worde, nog geen Contrabande Goederen in hebben, waar onder begree. pen moet worden alle eetbaare Waaren, van welk foort dié ook zyn, dewelke gedeftineerd zyn naar een ge blocqueerde plaats der Vyanden, het zy ter Zee of ter Lande.

ART. XIX.

Ik verbiede an alle Vrybuiters en verdere Perfoo nen van hunne Scheepsvolk om de Capiteinen, Pasfagiers of Scheepsvolk de Schepen die zy komen te vifiteeren, te dwingen, dat zy hun iets geeven zullen, en ook dat zy hun geen kragt en geweld aandoen, nog dedoogen dat zulks gefchiede, oe poene van een exemplaure Straf, zelfs tot de doodstraf toe, naar de zaak vereischt.

ART. XX.

Ook verbiede ik de Vrybuiters de vyandelyke Vaartuigen, die zich in de Havens der Vorften of Staaten, die met my geallieerd en neutraal zyn, tot prys te maaken, aan te rauden of eenig geweld aan te doen, als mede ook met aan die geene, welke onder het bereik van't Kanon hunner Fortificatie zullen zyn, en tot voorkooming van alle twyffel zo declareere ik, dat men door Jurisdictie des bereik van't Kanon ver staan zal, ook zelfs wanneer 'er geen Batteryen ter plaatse, alwaar men de Prys zal maaken, opgerecht zullen zyn, mits dat de afgelegenheid dezelve zy.

ART. XXI.

Ook declaree ik voor kwaade Prys alle de Vaartuige, die de Vrybuiters zullen maaken in de Havens, onder't bereik van't Kanon der Overheden myner Geallieerde of Neutraale, al fchoon zy die reeds in zee vervolgd en geattaqueerd hadden, dewyl het behaalen van de Prys die men maaken zal, uit kragte van de

« السابقةمتابعة »