Vergilius' Aeneis

Achates Achilles acies Aeneas aequora agmina Aiax alta alto Anchises animis Apollo Ardea arma armis Ascanius auras boek caelo caelum circum coniunx corpore daar dativus deûm deus dextra dichter dictis Dido divûm dood door eerste evenals fata fatur ferro fortuna gebruikt geheele haar haud hebben heeft hinc Homerische Homerus iamque Ilias ille ingens Iovis Iuno Iuppiter Karthago koning Latio Latium Lavinia Lavinium litora maar meer Mezentius mihi moenia muros naam neque nequiquam niet numine nunc Odyss Odysseus omdat omnibus omnis onder onderwereld pater pectore plaats Priamus proelia regna Rutuli sanguine schijnt sidera sine siqua stad super Tarchon tela tellus tempel Teucri Teucros tibi toespeling Troiae Turnus tusschen uitdrukking urbem Venus Vergilius vertice volnere waar waarschijnlijk waren werd woord woorden wordt zich zijn zooals zoon δὲ ἐν καὶ τε